Dichters schrijven over werken Kunstuur: “Beeld is vaak een inspiratiebron voor woord”

02 stadsdichter Kunstuur
Stadsdichter Steven Van Der Heyden nodigde zaterdagochtend Paul Demets uit naar het Kunstuur. — © bfr

ROESELARE - Stadsdichter Steven Van Der Heyden gaat een unieke samenwerking aan met het Kunstuur. Samen met drie gastdichters schrijft hij de komende maanden gedichten over schilderijen die in het Roeselaarse museum hangen. De gedichten worden op zaterdag 19 oktober tijdens een poëzie-nocturne voorgesteld.

De tweede tentoonstelling in het Kunstuur, het museum op het De Coninckplein, werd enkele weken geleden gelanceerd. Het sein voor stadsdichter Steven Van Der Heyden om daarrond iets te doen. “Ik heb zelf altijd graag bij beeldend werk geschreven. Beeld is vaak een inspiratiebron voor woord. Ik ben dan ook superblij dat het Kunstuur er is in de stad waar ik twee jaar stadsdichter ben”, aldus Van Der Heyden. Hij schrijft de komende maanden twee gedichten die passen bij twee werken die in het museum hangen. “Ik nodig ook drie gastdichters uit om dat te doen. Paul Demets, Sofie Verdoodt en Kurt De Boodt bezoeken ook het museum en laten er zich inspireren door de schilderijen bij het schrijven van twee gedichten.”

Santa Run

Paul Demets uit Olsene bracht zaterdagochtend als eerste een bezoek. “Ik ben zeker niet aan mijn proefstuk toe wanneer het gaat om schrijven bij kunst. Onder andere werken van Roger Raveel betekenden voor mij een belangrijke inspiratiebron. In het Kunstuur hangt een werk van Jean Brusselmans, een belangrijke inspiratiebron voor Raveel. Daarnaast heb ik ook nog een andere link met Roeselare.”

Demets werd in 2015 getroffen door een hartaanval en moest lang revalideren. De dokters raadden hem aan om meer te sporten. “Ik ben beginnen lopen en liep een eerste wedstrijd hier in Roeselare: de Santa Run”, vertelt hij.

De dichters krijgen tot september de tijd om hun gedichten te maken. De gedichten worden op zaterdag 19 oktober tijdens een poëzie-nocturne voorgesteld aan het grote publiek.

Bert Feys